De binaire getallensysteem bestaat alleen uit nullen en enen en het wordt gebruikt om tekst, instructies of andere gegevens te symboliseren.
Hierbij maak je gebruik van de machtstabel van 2, omdat er slechts twee getallen worden gebruikt, namelijk 0 en 1.
Een los cijfer 0 of 1 wordt een bit genoemd en 8 bits bij elkaar worden een byte genoemd.
De getallensysteem die wij in ons dagelijks leven gebruiken wordt het deciamele of de tientallige getallensysteem genoemd en
bestaat uit tien cijfers, namelijk 0 tot en met 9. Het binaire getal 100111 staat bijvoorbeeld voor het getal 39.
ASCII staat voor American Standart Code for Information Interchange en het wordt gebruikt om tekstdocumenten op computers te coderen.
Een uitgebreidere versie van ASCII is de Unicode.
Naast binaire en decimale getallen, maken we ook gebruik van hexadecimale getallen. Hexadecimaal bestaat uit 16 tekens (getallen en letters), namelijk o tot en met 9 en A tot en met F. Omdat je soms wel vele binaire getallen achter elkaar hebt, is het handiger om die korter te schrijven met behulp van de hexadecimale getallen. Get getal 14 wordt in binair aangeduid met 1110 en in hexademicaal met de letter E.